Aanleiding
Op 21 september 2021 vond een dodelijk ongeval plaats op de fietsers- en voetgangersoversteekplaats op de Westerparklaan ter hoogte van Weerschijnvlinder/Heilaarpark. Diezelfde dag waren op de Westerparklaan nog twee andere ernstige ongevallen waarvoor ook ambulances zijn gekomen. In het verleden hebben op deze plek, alsmede op andere plaatsen op de Westerparklaan soortgelijke ongelukken plaatsgevonden, wat geleid heeft tot meerdere doden en zwaargewonden.
Waarom een petitie?
Aanwonenden hebben in het verleden naar aanleiding van deze en aanverwante problematiek al meermaals contact gehad met de gemeente. Telkens horen wij als bewoners dat de gemeente zich zeer bewust is van de problemen en de zaken zeer ernstig neemt, maar het heeft nooit geleid tot wezenlijke veranderingen. Wij signaleren vooral op politiek niveau een gebrek aan daadkracht en denken dat als destijds was gehandeld, ongelukken – en dus doden – voorkomen hadden kunnen worden. Dit maakt dat er ons inziens een zware last rust op de schouders van het College van Burgemeester en Wethouders en de gemeenteraad. Wij hopen door middel van deze petitie de inertie te doorbreken.
De feiten
In een tijdsbestek van ruim twee jaar hebben zich bij de oversteekplaats ter hoogte van de Weerschijnvlinder-Heilaarpark drie ernstige ongevallen voorgedaan:
En dan blijven vele andere ongevallen nog onbenoemd.
Wat wij beogen met deze petitie
Gezien het hierboven genoemde verzoeken wij als omwonenden en belanghebbenden de raad en het College van Burgemeester en Wethouders om zo snel mogelijk maatregelen te nemen die de verkeersveiligheid op het kruispunt Heilaarpark-Weerschijnvlinder/Heilaarpark verhogen, zodat van levensgevaarlijke situaties geen sprake meer is. De nood is zo hoog dat dit niet nog maanden kan wachten. Elke dag kunnen er nieuwe slachtoffers vallen. In de bijlage hebben wij een overzicht bijgevoegd van alle aspecten van het probleem ter plaatse. De veelheid aan factoren vraagt ons inziens om een integrale aanpak, waarbij herinrichting van de weg, eventueel een ongelijkvloerse kruising en in ieder geval zeker handhaving (bijvoorbeeld door middel van flitspalen) moeten worden overwogen.
Bijlage: Gesignaleerde problemen
Het ontwerp van de weg lijkt veilig, omdat de oversteekplaats is voorzien van een verkeersregelinstallatie. De gescheiden rijbanen en gescheiden fietspaden, in combinatie met het feit dat de weg 70 km/uur-wegen verbindt, geven de Westerparklaan echter een ander voorkomen dan bij de weg en haar oversteekplaatsen past. Vergelijkbare wegen elders hebben een wezenlijk andere inrichting, met bijvoorbeeld verkeersvertragende elementen en inrichting. De wallen rond de Westerparklaan hinderen het zicht niet als verkeersdeelnemers zich aan de maximum snelheid houden, maar doen ze dit niet, dan wordt het oversteekpunt onoverzichtelijk.
Zowel het fietspad als de weg wordt zeer intensief gebruikt. De grote verbindingswegen in Breda (Ring-Noord, Ring-Zuid) zijn west-oost-georiënteerd, terwijl verkeer zich in een concentrische stad natuurlijk niet slechts in twee richtingen verplaatst. Het ontbreken van een Ring-West heeft tot gevolg dat de Westerparklaan de enige doorgaande noord-zuidverbinding is in Breda-West, wat een sterke aanzuigende werking heeft; onder andere op vrachtverkeer. Doordat het fietspad als snelfietspad is ingericht, heeft ook het fietspad een aanzuigende werking. Dagelijks steken honderden, veelal jonge fietsers de Westerparklaan over op weg naar de nabijgelegen scholen of verder de stad in en vice versa richting Prinsenbeek en Etten-Leur. De overheid promoot fietsen, wat leidt tot toenemend woon-werkverkeer over de fietspaden. Ook leidt de toename van het aantal elektrische fietsen tot een grotere actieradius van de fietser en tot hogere snelheden.
Deze zware belasting van slechts enkele routes is ons inziens onwenselijk. Het was beter geweest als Baanzicht/IABC voor de afwikkeling van het noord-zuid-verkeer was ingericht. Ook die route is nu door geringe capaciteit overbelast. We realiseren ons dat reparatie van dit ongelukkige ontwerp waarschijnlijk niet realistisch is, al is er op de route langs Baanzicht-IABC wél gekozen voor een drempel bij de oversteekplaats ter hoogte van de Heilaarstraat, alsmede voor een ongelijkvloerse fietsersoversteek, waaraan nu gewerkt wordt bij de Leursebaan/Koldenhofpad. Wij dringen er daarom op aan dergelijke maatregelen ook voor de Westerparklaan te overwegen.
Het verkeerslicht bij de oversteekplaats staat voor fietsers en voetgangers slechts kort op groen. Hierdoor zijn velen nog met de oversteek bezig als het licht alweer op rood springt. Omdat er bovendien nauwelijks een buffertijd is alvorens het licht voor het autoverkeer op groen springt, treft kruisend verkeer elkaar vaak, ondanks de aanwezigheid van het verkeerslicht. Grote groepen fietsers, zeker de wat oudere, kunnen niet op tijd aan de overkant zijn.
Bijna alle gevaarlijke situaties bij de oversteek, inclusief de aanrijdingen, komen voort uit gedrag dat in strijd is met de verkeersregels. De grootste problemen die wij als aanwonenden structureel waarnemen:
Over de geluidsoverlast die met deze maximum-snelheidsoverschrijdingen gepaard gaat, is tijdens de gemeenteraadsvergadering van 7 oktober 2020 door M. Leijten inspraak gepleegd. Dit heeft nergens toe geleid.
Wij constateren een volledig gebrek aan handhaving. Er wordt op geen enkele wijze opgetreden tegen de onder 4 genoemde overtredingen. We zien de politie alleen bij de dodelijke ongevallen. Hiervan is al eerder melding gemaakt bij zowel de politie als de gemeente. Hierdoor is het voorstelbaar dat bij verkeersovertreders de indruk van wetteloosheid bestaat. In de gemeente Breda staan op dit moment welgeteld drie flitspalen (waarvan twee bij hetzelfde kruispunt). Dit is een uitzonderlijk laag aantal voor een stad van deze omvang. Ter vergelijking: ’s-Hertogenbosch heeft er dertien, Nijmegen ook dertien, Dordrecht vijftien, Leidschendam-Voorburg acht, Zwolle tien, Arnhem twaalf, Heerlen negen, Sittard-Geleen negen (gegevens CJIB, 2020). Al deze gemeenten zijn kleiner dan Breda. In Eindhoven staan er zelfs twintig. Het is dus echt niet zo dat er bij het Openbaar Ministerie een onoverkomelijke horde te nemen is. Wij begrijpen dat voor iedere flitspaal aldaar moet worden aangetoond dat daarmee het aantal ongevallen afneemt. Het lijkt niet moeilijk dat in dit geval aannemelijk te maken. Wellicht dat daarvoor moet worden aangetoond dat er inderdaad vaak veel te hard gereden wordt en het rode licht wordt genegeerd. Daarmee komen we weer bij punt 4.